Werkgroep Hersentumoren
Nauwere Samenwerking - Gebundelde Kennis - Samen is er Hoop
Thema's


VN-Verdrag betreffende Rechten van Personen met een Handicap van 13.12.2006

Tot voor enkele jaren waren hersentumoren een zuiver medisch probleem: het kwam aan op overleven. Naarmate de medische wetenschap vordert overleven gelukkig steeds meer mensen met een hersentumor. Dit heeft een verschuiving van de problematiek tot gevolg. De steeds groeiende groep "overlevers" komt voor volgende vragen te staan: "Wat doe ik met mijn leven in de toekomst, welke gevolgen zal ik overhouden aan mijn ziekte, zal ik mijn werk kunnen hervatten, is er een aangepaste tewerkstelling, hoe kan ik verder een behoorlijk inkomen verwerven, in welke mate zal mijn omgeving mijn situatie aanvaarden, op welke ondersteuning kan ik blijven rekenen, wat is mijn eigen inbreng, wat gebeurt er als ik alleen kom te staan, ...?"

De meeste lotgenoten hebben gelijkaardige problemen: concentratiestoornissen, chronische vermoeidheid, traagheid, epilepsie en hormonale onevenwichten komen zeer vaak voor. Daarnaast hebben de meesten een specifiek tekort afhankelijk van de ligging van de tumor. Het is duidelijk dat de overgrote meerderheid van onze lotgenoten een blijvend letsel zal overhouden aan de ziekte. Bijkomend probleem is dat er vaak geen uitwendige symptomen merkbaar zijn, waardoor buitenstaanders en zelfs de naaste omgeving de situatie foutief inschatten. Onze lotgenoten hebben doorgaans af te rekenen met een niet aangeboren hersenletsel (NAH), eventueel gecombineerd met een motorische handicap of een psychologische problematiek die gespecialiseerde hulp noodzakelijk maken.

Het is duidelijk dat hersentumorpatiënten behoren tot de doelgroep waarover het VN-Verdrag betreffende de Rechten van Personen met een Handicap van 13.12.2006 handelt. De VN beschouwen volgende personen als gehandicapt: "Elke persoon die lijdt aan een langdurige lichamelijke, geestelijke, intellectuele of sensorische verzwakking of beschadiging, en die, ten gevolge van de diverse negatieve attitudes en fysieke hindernissen, daardoor niet volledig kan deelnemen aan het maatschappelijk leven."

Wereldwijd zijn er naar schatting 650 miljoen mensen met een handicap. Dit houdt in dat 2 miljard mensen dagelijks worden geconfronteerd met de gevolgen van een handicap, 1 persoon op 3! Het is ook veruit de grootste groep van gediscrimineerden. Doorgaans gebeurt de discriminatie niet bewust, maar maatschappelijke mechanismen leiden tot discriminatie, die in veel gevallen armoede tot gevolg heeft en ook de onmogelijkheid om gestalte te geven aan een gewenst levenspatroon.

Het verdrag is een uitvloeisel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: "De inherente waardigheid en waarde en gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensheid worden erkend als de grondvesten van vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld."

Tegenover een de facto uitsluiting stelt het verdrag het principe van de "inclusie", iedereen maakt deel uit van de maatschappij en moet op een menswaardige manier kunnen deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren.

Ons land heeft op 30.03.2007 het verdrag ondertekend. Het is geratificeerd op 03.07.2009 in de vele parlementen die ons land rijk is en heeft bijgevolg kracht van wet.

Rechten van Personen met een Handicap

Concreet focust het VN-Verdrag betreffende Rechten van Personen met een Handicap van 13.12.2006 op volgende punten:

- Gelijkheid voor de wet zonder discriminatie.
- Recht op leven, vrijheid en veiligheid van de persoon.
- Gelijke erkenning door de wet en toegang tot de gerechtelijke instanties.
- Vrijwaring van foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.
- Vrijwaring van uitbuiting, geweld en misbruik.
- Bescherming van de menselijke integriteit op lichamelijk en geestelijk vlak.
- Vrijheid van keuze van verblijfplaats en nationaliteit.
- Zelfstandig wonen en deel uitmaken van de maatschappij.
- Vrijheid van meningsuiting.
- Eerbiediging van de privacy.
- Eerbiediging van de woning en het gezinsleven.
- Recht op onderwijs.
- Recht op de beste gezondheidszorg.
- Recht op werk op voet van gelijkheid met anderen.
- Recht op een behoorlijke levensstandaard en sociale bescherming.
- Recht op participatie in het politieke en openbare leven.
- Recht op deelname aan het culturele leven, recreatie, vrijetijdsbesteding en sport.

Wij dringen er bij de overheid op aan dit verdrag zo spoedig mogelijk te ratificeren en om te zetten in de dagelijkse praktijk. Met name op volgende vlakken is er nog werk aan de winkel:
- Woonbeleid: zorgen voor voldoende betaalbare woningen, eventueel aangevuld met persoonlijke assistentiebudgetten (PAB) en/of persoonsgebonden budgetten (PGB) .
- Mensen die niet zelfstandig meer kunnen wonen moeten op korte termijn terechtkunnen in instellingen met voldoende knowhow met betrekking tot hun specifieke handicap. De kaders moeten van een gespecialiseerde opleiding genieten, en het personeel moet worden bijgeschoold. Bovendien moet er voldoende personeel zijn.
- Recht op de best mogelijke medische en paramedische verzorging: op dit ogenblik gaat de aandacht vooral naar de behandeling gedurende de acute fase van een aandoening. In veel gevallen moeten de inspanningen op lange termijn gewaarborgd blijven in het kader van het welzijn van de persoon.
- Mensen met een handicap zijn oververtegenwoordigd in de werkloosheids- statistieken. Zij moeten gelijke kansen op tewerkstelling krijgen en een garantie op een volwaardig loon.
- Mensen die door hun handicap hoegenaamd niet kunnen werken zijn aangewezen op een zinvolle bezigheid die verstrekt kan worden in instellingen of in dagcentra.
- Geïntegreerd onderwijs is een mooi principe, maar het vergt van alle betrokkenen een mentaliteitswijziging. Bij NAH bijvoorbeeld zal men in veel gevallen het tempo van het onderwijs moeten aanpassen. Dit is niet altijd vanzelfsprekend indien rekening wordt gehouden met de eindtermen.
- Een goed uitgebouwd buitengewoon onderwijs blijft daarom noodzakelijk. Vooral jongeren met NAH verdienen een aparte categorie.
- Een mentaliteitswijziging bij het grote publiek dringt zich op: mensen met een handicap zijn ook mondige mensen, met een eigen visie en levensproject, en uiteraard ook met een eigen verantwoordelijkheid. We dienen er samen voor te zorgen dat een dergelijk project haalbaar wordt.

Chemotherapie

Prof.dr. Bart Neyns Kliniekhoofd Oncologie Universiteit Brussel Juli 2008

Het is slechts sinds het einde van de jaren 90 dat behandeling met chemotherapie, vooral met temozolomide (merknaam Temodal), een plaats heeft gekregen in de behandeling van patiënten met een hooggradig glioom.

Behandeling met TEMODAL in combinatie met radiotherapie gevolgd door 6 behandelingen van 5 op 28 dagen is de standaardbehandeling voor patiënten met een nieuw gediagnosticeerd glioblastoom. Deze behandeling bewees, in vergelijking met radiotherapie alleen, de overlevingskansen op lange termijn duidelijk te verbeteren. Bovendien heeft deze chemotherapie weinig bijwerkingen en schaadt ze de kwaliteit van het leven niet.

Temozolomide is ook de meest doeltreffende behandeling bij een eerste herval van een laag- of hooggradig glioom. Hoewel de verbetering van het overleven beperkt is bij patiënten met een glioblastoom heeft de behandeling een goed palliatief effect. Bij patiënten met een herval van de 2de of 3de graad kan een langdurige remissie (stabilisatie) van de tumor bekomen worden.

Patiënten die geen beterschap ervaren met temozolomide, of die de chemotherapie niet kunnen verdragen (wat zeldzaam is), of waar de ziekte evolueert na een periode van beterschap, zijn momenteel aangewezen op oudere medicijnen zoals de nitrosaurea (Lomustine en Carmustine, of het combinatieschema PCV), of ook nieuwe medicijnen die momenteel in de onderzoeksfase zijn. Vaak betreffen deze nieuwe behandelingen medicijnen met een nieuw werkingsmechanisme. Deze medicijnen zijn meestal ontwikkeld voor andere vormen van kanker, en mogelijk zijn ze zelfs al geregistreerd of verkrijgbaar in deze indicaties.

Een aantal beloftevolle investigationele behandelingen die al bewezen hebben activiteit te hebben in de behandeling van gliomen zijn:

1. Bevacizumab (Avastin), al dan niet samen met Irinotecan (CPT-11, Camptosar) of andere cytostatica zoals CCNU of etoposide.

2. Geneesmiddelen met een anti-angiogenetische werking zoals het Cediranib, Sunitinib, Aflibercept en Sofrafenib.

3. Geneesmiddelen met een anti-EGFR werking zoals het Erlotinib en Cetuximab.

4. Geneesmiddelen die het PCK inhiberen zoals Enzastaurine en Tamoxifen (Nolvadex, een antiestrogeen oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van borstkanker).

5. Inhibitoren van de intrigines zoals het Cilengitide.

Indien U getroffen bent door een hooggradige hersentumor is het aanbevelenswaardig een experimentele behandeling te overwegen. Spreek erover met Uw oncoloog. Hij/zij zal kunnen oordelen of Uw toestand het toelaat dat U een kans op beterschap wordt geboden onder de vorm van een experimentele behandeling.

Een overzicht van de recente behandelingswijzen, ook de experimentele, treft U aan onder www.virtualtrials.com en www.virtualtrials.com/williams.cfm (Treatment Options for Glioblastoma and other Glioma, Williams, 2009). Ook de NIH-NCI PDQ trial database bevat nuttige informatie.

Persbericht KU Leuven Tumorvaccinatie tegen Kwaadaardige Hersentumoren 11 juli 2007

Northwest Biotherapeutics verspreidde een persbericht over het bekomen van een licentie in Zwitserland voor hun vaccinatieproduct DC Vax-Brain. Onderzoekers van de KU Leuven en UZ Leuven passen deze technologie - in samenwerking met de universiteit van Würzburg en Regensburg - al toe sinds 2001. De technologie wordt gebruikt als therapie voor kwaadaardige hersentumoren of kwaadaardige gliomen.

Een kwaadaardig glioma is een tumor die ongeveer bij 4 volwassenen per 100.000 per jaar gediagnosticeerd wordt. Bij kinderen is deze tumor veel zeldzamer. De prognose van deze tumor is niet goed, ondanks moderne chirurgie, maximale radiotherapie en nieuwe chemotherapiemiddelen zoals Temodal. Op basis van experimenteel werk in het laboratorium experimentele immunologie hebben onderzoekers van UZ Leuven het concept van tumorvaccinatie als therapie bij kwaadaardige gliomen ontwikkeld.

Een therapeutisch vaccin stimuleert het afweermechanisme als therapie tegen de in het lichaam aanwezige tumorcellen. Na uitgebreid onderzoek en na goedkeuring door de ethische commissies van de universiteiten Würzburg en Leuven werd in 2001 overgegaan tot een klinische van tumorvaccinatie in UZ Leuven. De technologie werd gebruikt bij patiënten die na alle oncologische therapieën een herval hadden van een kwaadaardig glioma. Deze technologie werd stapsgewijs verder geoptimaliseerd tijdens de klinische toepassing.

Uit de ervaring met meer dan 110 patiënten komen twee belangrijke observaties naar voor. Sommige patiënten blijven nu opvallend lang leven, voornamelijk jongere patiënten die een volledige resectie van het herval konden bekomen. De langst overlevende patiënt is nu meer dan 5 jaar in opvolging. Dit is een abrupte verandering van het te verwachten ziekteverloop bij een dergelijke tumor en betekent een hoge graad van medische evidentie dat de vaccinatie effectief is. De onderzoekers merken ook op dat er een verbetering van de overlevingscurve is bij het stapsgewijs versnellen van het vaccinatieschema. Dit toont ook de effectiviteit van het vaccin aan.

Door deze gunstige resultaten hebben de onderzoekers van UZ Leuven besloten om de vaccinatie te integreren in de bestaande therapie bij patiënten die voor het eerst geconfronteerd worden met de diagnose van een kwaadaardig glioma. Op dit moment zijn 40 patiënten volgens dit principe behandeld. De ontwikkeling van een antwoord van het afweersysteem in het bloed van de patiënt kan eenduidig aangetoond worden, en dit ondanks de chemotherapie die gelijktijdig verder loopt.

NVDR
Een stand van zaken op dit ogenblik vind je op www.youtube.com/watch?v=ENrdTvlpgw .
Voor meer informatie kan je terecht bij de professoren Stefaan Van Gool, tel.: +32 16 34 38 67, Stefaan.Vangool@uzkuleuven.be . Indien je in aanmerking wenst te komen voor de dendritische celvaccinatie is het van essentieel belang dat er voor de chirurgische behandeling afspraken worden gemaakt tussen je neurochirurg en Prof. Dr. Stefaan Van Gool, of Prof. Dr. Steven De Vleeschouwer, UZ Gasthuisberg, Leuven.

Boekbespreking “Leaving the Garden of Eden”, Paul M. Zeltzer

Frank Boeye

Paul M. Zeltzer is een arts die zich gespecialiseerd heeft in de diagnose en behandeling van hersentumoren bij kinderen en volwassenen. Hij is hoogleraar aan de UCLA, de University of California Los Angeles. Hij was verantwoordelijk voor diverse studies met betrekking tot therapieën voor hersentumorbehandeling.

"Leaving the Garden of Eden" wil een handleiding zijn voor pas gediagnosticeerde hersentumorpatiënten op zoek naar behandeling en begeleiding. De auteur vergelijkt de bijbelse mythe van Adam en Eva op het moment dat ze verdreven worden uit het paradijs met het ogenblik waarop een persoon en zijn of haar naaste het verdict "hersentumor" te horen krijgen. Tot op dat ogenblik is hun leven vaak zonder grote problemen verlopen, en plots worden ze dan met de dood geconfronteerd, of, allegorisch, worden ze uit het paradijs verjaagd. Door het verzamelen van kennis kunnen zij echter proberen vat te krijgen op hun situatie, en, in veel gevallen, overleven op een menswaardig niveau.

Kennis en ervaring zijn inderdaad de sleutels die ons toegang kunnen verschaffen naar een nieuwe, gelouterde, toestand. Het boek is om drie redenen geschreven: hersentumoren zijn vaak moeilijk om correct te diagnosticeren, ze zijn uitermate onvoorspelbaar en de behandeling kan uiterst complex zijn.

Het tweede hoofdstuk geeft de basiskennis betreffende hersentumoren: de incidentie, de samenstelling van de hersenen, de symptomen die een hersentumor kan veroorzaken, de initiële schok veroorzaakt door de woorden "kanker" en "hersentumor", algemene eigenschappen van kanker, het verschil tussen primaire hersentumoren of secundaire hersentumoren of metastasen, erfelijkheid en hersentumoren, statistieken en de kansen op genezing. Deze kennis geeft het nodige begrippenkader om informatie in te winnen in verband met Uw persoonlijk probleem.

Het derde hoofdstuk handelt over het persoonlijk medisch dossier, de wenselijkheid van tweede en soms derde opinies vooraleer te beslissen welke behandeling men zal aanvaarden, het nut van zelfhulpgroepen.

Stap voor stap wijdt de auteur de volgende hoofdstukken aan: gebruik van het internet, specialisten en tweede opinies, academische centra, de diagnose, medicatie voor de symptomen van hersentumoren, astrocytomen, medulloblastomen, meningiomen, tumoren van de hypofyse, akoestische neuromen, stamceltumoren, lymfomen en uitzaaiingen van tumoren elders in het lichaam of metastasen.

Elk hoofdstuk geeft een schat aan informatie en benadrukt de noodzaak dat U zich wendt tot een specialist met voldoende ervaring (minimum 25 hersentumorpatiënten per jaar), die bovendien deel uitmaakt van een volledig multidisciplinair oncologisch team gespecialiseerd in hersentumoren (minimum 50 patiënten per jaar). Deze aantallen zijn gestaafd door wetenschappelijk onderzoek, door de auteur uitgevoerd in opdracht van de Amerikaanse overheid.

Besluit: de meeste situaties die Paul Zeltzer beschrijft zijn perfect overdraagbaar naar onze situatie. Het boek is een aanrader voor allen die hersentumorpatiënten verzorgen en begeleiden. Ook voor de patiënt en zijn omgeving is dit aanbevolen lectuur: U zult dankzij de verworven kennis minder angstig en onzeker zijn bij beslissingen, een grotere vat hebben op Uw situatie en ook een volwaardige gesprekspartner zijn voor Uw artsen. Uiteindelijk kunt U zelf mee verantwoordelijkheid dragen voor Uw behandeling en niet beschouwd worden als een "lijdend voorwerp", letterlijk en figuurlijk.

Het boek "Leaving the Garden of Eden" en het vervolg "Finding the Ark" zijn uitgegeven bij Shilysca Press, Encino, California en kunnen besteld worden via volgende sites: www.amazon.com of www.survivingbraincancer.com

Psychologische en psychiatrische problematiek bij kanker

Frank Boeye 2006 Het Nationaal Kankerplan 2008-2010 van Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx heeft nieuwe perspectieven geopend voor begeleiding en ondersteuning van kankerpatiënten en hun naasten. Ze heeft middelen vrijgemaakt voor de aanwerving van 250 voltijdse ambten, uitsluitend voor de psychologische problematiek.

Op dit ogenblik wordt een netwerk uitgebouwd ter ondersteuning van hersentumorpatiënten en hun naasten in een aantal centra, vaak in samenwerking met het Harvey Cushing Centrum, dat sinds 1984 expertise verzameld heeft op dit vlak.

Men mag ervan uitgaan dat de overgrote meerderheid van de hersentumorpatiënten en hun naasten nood hebben aan psychologische begeleiding: er zijn niet veel mensen opgewassen tegen de belastingen die hersentumoren tot gevolg hebben.

De aanwezigheid van een gespecialiseerde psycholoog die deel uitmaakt van het multidisciplinair team is naar onze mening mede bepalend voor de keuze van het centrum waar je behandeld wordt.

Verstrekking van geneesmiddelen aan patiënten met een zeldzame of chronische ziekte

Het komt steeds vaker voor dat medicatie bij zeldzame of chronische ziekten op individuele wijze op de patiënt wordt afgestemd. Hij/zij krijgt als het ware een behandeling op maat. Op deze wijze worden de behandelingen effectiever en vertonen ze meestal minder nevenwerkingen. Bovendien kunnen deze middelen een uitkomst bieden voor situaties die met de klassieke behandelingswijzen uitzichtloos waren.

Vooral voor de ondersteunende therapieën na chirurgie en radiotherapie bij kanker geldt dit principe.

Door de relatief kleine patiëntenaantallen is de geneesmiddelenindustrie niet geneigd om veel geld te investeren in nieuwe therapieën voor zeldzame kankers, en ook niet om een registratie aan te vragen voor geneesmiddelen die voor andere ziekten erkend en terugbetaalbaar zijn. De situatie is bijzonder schrijnend voor hersentumoren: op 10.07.2010 is slechts één chemotherapie erkend, namelijk temozolomide (merknaam Temodal). Er bestaat dringend nood aan nieuwe geneesmiddelen, en aan de mogelijkheid om geneesmiddelen die voor minder zeldzame kankers (borst, prostaat, darm, long) ontwikkeld zijn te gebruiken indien er aanwijzingen zijn dat ze kunnen helpen. Dit laatste noemt men off-label use.

Onder meer om aan deze problematiek een oplossing te bieden werd het Bijzonder Solidariteitsfonds opgericht. Op gemotiveerd advies van Uw specialist kan een dossier ter goedkeuring worden overgemaakt aan het College van Geneesheren-directeurs, waarin Uw ziekenfonds vertegenwoordigd is. De regels waaraan het BSF onderworpen is zijn echter vrij restrictief. Veel artsen zijn daarom niet bereid een procedure op te starten bij het BSF: de slaagkansen zijn te klein. Bovendien betaalt het BSF de therapie slechts gedeeltelijk terug, wat bij zeer dure geneesmiddelen voor problemen kan zorgen.

Werkgroep Hersentumoren dringt er bij de politici op aan de toegang tot dit fonds te versoepelen en de administratieve verwerking te vereenvoudigen. Daarnaast vraagt WG-HT vzw om de nog niet erkende medicatie voor zeldzame of chronische ziekten te aanvaarden voor de berekening van de maximumfactuur.

Vragen die je aan je arts kan stellen ?

Voor de behandeling of opname in een ziekenhuis verdient het aanbeveling een aantal duidelijke vragen aan je arts te stellen. Hieronder tref je een lijstje aan met de meest courante vragen:
- Hoeveel hersentumoren behandelt Uw team per jaar? Een minimum van 50 hersentumorpatiënten per jaar is vereist om de kwaliteit te garanderen.
- Gaat het om een primaire of secundaire tumor?
- Is hij hooggradig of laaggradig?
- Is hij wel omschreven of eventueel ingekapseld, of is hij onduidelijk of diffuus?
- Is hij bereikbaar?
- Welke behandelingsmogelijkheden zijn er?
- Gebeurt de behandeling met een multidisciplinaire inbreng op het vlak van de medische behandeling, bijvoorbeeld een samenwerking tussen een neuroloog, een neurochirurg, een radiotherapeut, een oncoloog en een psycholoog?
- Welke follow-up is er voor de psychologische en sociale begeleiding tijdens de ziekenhuisopname en gedurende de periode daarna?
- Over welke kennis en ervaring beschikken de verpleegkundigen om mij te begeleiden, ook als U er even niet bent?
- Hoeveel ervaring heeft de patholoog-anatoom om mijn tumor juist in te schatten?
- Hoe staat U tegenover het inwinnen van een tweede opinie?
- Welke lokale patiëntenhulpgroepen kunnen mee voor opvang en begeleiding zorgen?
- Welke lektuur of website kunt U aanbevelen met betrekking tot mijn ziekte?
- Hoe verloopt Uw samenwerking met mijn huisarts?

Het is nuttig deze lijst ook even met Uw huisarts door te nemen vooraleer U beslist waar U zich laat behandelen. Hij/zij is vertrouwd met de geneeskundige verzorgingsinstellingen in Uw regio. ?

Parlementaire Resolutie Hersentumorbehandeling

Greet van Gool Sebastiaan Engelborghs Frank Boeye Volksvertegenwoordiger Greet van Gool heeft op 26.04.2007 een parlementaire resolutie ingediend met betrekking tot de "Implementatie en Normering van Gespecialiseerde Multiprofessionele Hersentumorbehandeling". De tekst werd opgesteld in samenwerking met Prof. Dr. Sebastiaan Engelborghs, Universiteit Antwerpen, Frank Boeye, voorzitter van de Werkgroep Hersentumoren vzw, de heer Wilfried Den Tandt, wetenschappelijk parlementair medewerker, en de Wetenschappelijke Stuurghroep van WG-HT vzw. Het is de bedoeling te komen tot een integrale aanpak voor hersentumoren. De resolutie bevat zeven grote krachtlijnen:

1. Samenwerking in multiprofessionele teams waar de patiënt snel terechtkan.

2. Aanvaarding van de internationale norm dat een centrum tenminste 50 hersentumorpatiënten per jaar moet behandelen om een erkenning te krijgen. Zo bouwt een centrum de nodige ervaring op en kan het ook beschikken over een volledig team en de vereiste apparatuur.

3. Vaststellen van normen voor de gezins- en kindvriendelijkheid van de zorgverlening.

4. Psychologische begeleiding van de patiënt en zijn omgeving tijdens de behandeling en de herintegratie die jaren in beslag kan nemen.

5. Het invoeren van een systeem van deeltijdse toegestane arbeid voor mensen in invaliditeit.

6. Samen met de gemeenschappen en de gewesten werken aan specifieke residentiële opvangvormen, flexibele vormen van begeleid wonen en voldoende competent personeel.

7. Meer mogelijkheden en een soepeler reglementering voor het Bijzonder Solidariteitsfonds.

Voor de volledige tekst klik hier Parlementaire Resolutie

Na de verkiezingen van 2007 werd de resolutie opnieuw ingediend door de Volksvertegenwoordigers Maya Detiège, David Geerts en Yvan Mayeur in de Kamer, en door de Senatoren Nahima Lanjri, Marleen Temmerman en Patrick Vankrunkelsven in de Senaat.

Ook Volksvertegenwoordiger Yolande Avontroodt nam diverse initiatieven en ondersteunde actief de resolutie.

Op 19.02.2008 werd de resolutie unaniem goedgekeurd in de Kamer. Delen ervan werden opgenomen in het “Nationaal Kankerplan 2008-2010”. Vooral de psychologische begeleiding van hersentumorpatiënten en hun naasten kreeg een grote impuls.

De “Ronde Tafel betreffende Behandeling en Begeleiding van Hersentumorpatiënten en hun Naasten” op zaterdag 11.09.2010 zal trachten een consensusvoorstel te formuleren tussen alle betrokken partijen. Het is de bedoeling na te gaan hoe en in welke mate de andere punten uit de resolutie opgenomen dienen te worden in de wetgeving.


         © 2012 Lia Le Roy - Webmaster : Euro Web Designers